Innnenausstattung der Clavel-Villa. Jean-Gabriel Domergue (1889-1962), 1923, René Clavel (r), Ella Simonius (1891-1981) und die zwei Töchter Antoinette 1919-2013  (l) und Yvonne (1923-1943)

De Clavel-Villa, Augustus en Augusta Raurica

Het is maar goed dat Keizer Augustus (63 v. Chr. – 14 n. Chr.), wiens standbeeld op het Landgoed Castelen staat in Augst (kanton Basel-Landschaft), zijn blik op de Clavel-Villa richt. In zijn tijd bestond Bazel nog niet en stroomde de Rijn nog in diverse zijtaken door onbebouwd terrein. Er waren alleen enkele kleine Keltische nederzettingen, onder andere op de Münsterheuvel en op het terrein van het huidige Novartis-Complex.

Uitzicht op Bazel en de Rijnknie vanaf de Clavel-Villa in 2024

Weliswaar ‘romaniseerde’ ook Bazel in enkele generaties en stond het gebied later in de Romeinse tijd bekend als Basilea, maar Augusta Raurica was de belangrijke stad in deze regio aan de Rijn.  Augusta Raurica is in 44. v. Chr. gesticht  door Lucius Munatius Plancus (87 – 14 v. Chr.), waarschijnlijk  op initiatief van Julius Caesar (100 – 44 v. Chr.).

De stad telde op haar hoogtepunt in de tweede eeuw n. Chr. c. 20 000 inwoners. De stad was ingericht naar Romeins model, inclusief stenen theater, twee (!) amfitheaters, forum, basilica, badhuizen, tempels, stadspaleizen, woonwijken, haven en een brug over de Rijn.

Na het vertrek van de Romeinen in de vijfde eeuw ging ook de Romeinse stedelijke structuur verloren en begon de opkomst van Bazel. Het openluchtmuseum Augusta Raurica geeft een fascinerend beeld van Augusta Raurica ten tijde van het Romeinse Rijk.

Het Romeinse theater en Augusta Raurica, uitzicht vanuit de Villa Clavel

Op de plaats van Augusta Raurica ontstonden de dorpen Augst en Kaiseraugst (kanton Aargau) met enkele honderden inwoners in de middeleeuwen. De Romeinse ruïnes dienden eeuwenlang vooral als bouwmateriaal. Pas aan het einde van de 16e eeuw kwam er belangstelling voor het Romeinse verleden.

Dit leidde uiteindelijk in 1957 tot de opening van het openluchtmuseum Augusta Raurica. Met name in de 19e en begin 20e eeuw is de wetenschappelijke, financiële en organisatorische basis gelegd voor dit museum.

Alexander Zschokke (1955), buste van René Clavel in het Antikenmuseum Basel

Een van de grote persoonlijkheden voor de realisering van het museum was René Clavel (1886-1969), de naamgever van de Clavel-Villa, die niet alleen uitziet over Bazel, maar ook over Augusta Raurica.

Uitnodiging voor een tuinfeest op de Clavel-Villa. René Clavel nam ook deel aan de destijds beroemde Gordon Bennett vliegwedstrijden

Clavel, een welgestelde industrieel uit Bazel (en broer van Alexander Clavel (1881-1973) van de Wenkenhof in Riehen), was niet alleen een enthousiaste piloot en ballonvaarder, maar ook geïnteresseerd in de antieke oudheid en Rome  in het bijzonder.

In 1955 schonk hij onder andere de Domus Romana aan de stichting Augusta Raurica, nadat hij daarvoor al historisch relevante grond had gekocht ten behoeve van deze stichting.

Hij kocht begin 20 eeuw het land en gebouwen van de huidige Clavel-Villa. Deze locatie zag niet alleen uit over het oude Augusta Raurica, maar had zelf ook een rijk Romeins verleden. In de Romeinse tijd stond er een grote villa (domus) en waren er woonwijken  (insulae) voor de elite. Tegenwoordig zouden we spreken van een villawijk

Ook deze ‘villawijk’ raakte na de vijfde eeuw in verval en pas in de 17e eeuw is er een melding in documenten van wijnbouw en militaire gebouwen en kanonnen op deze locatie. De naam Castelen stamt waarschijnlijk uit deze tijd, ‘auf Cästellein’.

Muur van de Clavel-Villa en keizer Augustus

Clavel kocht deze grond, het kastelenplateau, in 1918 met het doel de aanwezige gebouwen te integreren in een nieuw landhuis, de huidige Clavel-Villa. De villa is sinds 1969 eigendom van de Römer-Stiftung René Clavel, die sindsdien nauw samenwerkt met Augusta Raurica en kanton Basel-Landschaft.

Ingang van de Clavel-Villa

Het complex, het interieur en de tuin zijn grotendeels in dezelfde staat gebleven, afgezien van enkele uitbreidingen (onder andere de vergaderruimte (Plenarsaal) en renovaties. De opdrachtgever en zijn architect Max Alioth (1883-1968) realiseerden hun doel: een historiserende atmosfeer met oog voor vakmanschap en de antieke oudheid en details in de zogenaamde Heimatstil.

Romeins mozaiek in de villa

De vijf bronzen kopieën in de tuin aan de voorzijde van het huis en de bronzen beelden aan de achterkant zijn afkomstig uit Napels van de firma Chiurazzi . De inrichting van diverse kamers van de villa, waaronder het Pompeianum, zijn als het ware de voorlopers van de Domus Romana.

De voorzijde van de Clavel-Villa

en de achterzijde 

Augustus kijkt vol respect en goeddunken uit op de Castelen-Villa en zelfs op Romulus en Remus. Deze staan, ook in navolging van een legende over het ontstaan van Rome, los van de wolf, die in de architectonische tuin aan de voorzijde staat.

De wolf aan de voorzijde

Romulus en Remus aan de achterzijde van de villa

Tegenwoordig is de villa een ontmoetingsplaats voor diverse culturele evenementen, waaronder de Jacob Burckhardt-Gespräche, de Colloquia Raurica , universitaire bijeenkomsten en, uiteraard, medewerkers en onderzoekers van Museum Augusta Raurica.

(Bron en verdere informatie: H. Reinau, M. Schwezier, Castelen. Geschichte und Gegenwart, Augst 2010)

Impressies van het interieur

Een schilderij van Gilbert Clavel (1883-1927), broer van René, kunstenaar en woonachtig in Italië

Het wapen van Clavel