Dornach, die Brücke über die Birs. Foto/Photo: TES

De Schwabenkrieg, Tirolerkrieg, Engadinerkrieg of Schweizerkrieg in het hart van Europa

Vier namen voor hetzelfde conflict symboliseert de complexe ontstaansgeschiedenis van Zwitserland. De oorlog in 1499, of eigenlijk veldslagen en plunderingen rondom het meer van Konstanz (Bodensee), langs de Rijn, in Tirol, Graubünden, Vorarlberg, de Rijnvallei (Rheintal), de Sundgau en het gebied van het huidige kanton Jura, luidde enerzijds een nieuwe fase in van de relatie tussen de Eidgenossenschaft, Habsburg, Vorderösterreich en Zwabische steden.

De Schwabenkrieg. Afbeelding: Marco Zanoli/Wikipedia

Propaganda en verslaglegging speelden ook toen al een grote rol. De drukpers was nog geen halve eeuw oud, maar de drukpers was een belangrijk wapen. De Schweizer Chronik (1500) van Nikolaus Schradin en de Luzerner Chronik (1513) van Diebold Schilling (1460-1515) zijn de bekendste voorbeelden.

De kroniek van Schradin onderscheidt zich echter van andere bronnen op een aspect: het behandelt het conflict vanaf het begin (de Tiroler- of Engadinerkrieg) in het Unterengadin, Val Müstair, tot de oorlogshandelingen (de Schwaben- of Schweizerkrieg) rond de Bodensee, langs de Rijn tot in de Sundgau en het huidige kanton Jura. Ook publiceerde hij zijn kroniek al op 14 januari 1500, vier maanden na de Vrede van Bazel. De kroniek begint als volgt:

Chronigk disz kriegs gegen dem allerdurchlüchtigsten herrn Römischen konig als ertzrhertzogen zu Osterich vnd dem schwebyschen pundt dero sich das heylig Romisch rich angenommen hat eins teilß, und stett und lender gemeiner eidgenosschafft andern“.

Nikolaus Schradin, houtsnede 23, f. 81, de slag bij Dornach, 22 juli 1499, Sursee 1500. Collectie: Zentral Bibliothek Zürich, Graphische Sammlung

De oorlogshandelingen bestonden niet alleen uit veldslagen (Triesen (12 februari), Hard bij Bregenz (22 februari), Bruderholz (22 maart), Schwaderloh bij Konstanz (11 april), Frastanz (20 april), aan de Calven bij Glurns/Glorenza (22 may) en tenslotte Dornach (22 juli), maar ook uit wederzijdse plunderingen en verwoestingen door Eidgenössische, Zwabische en Tiroler soldaten c.q. huurlingen.

De Vrede van Bazel van 22 september 1499 was feitelijk een voortzetting van de vrede van 1474 (der Ewige Richtung) tussen de Eidgenossenschaft en Habsburg. Wat was er in die 25 jaar dan gebeurd om de oorlog van 1499 te verklaren?

 Diebold Schilling, de slag bij Hard, 22 februari 1499, Collectie: Diebold Schilling-Chronik 1513, Eigentum Korporation Luzern, Standort:
ZHB Luzern Sondersammlung. 

1474-1499

De voorgeschiedenis is bekend. In bijna twee eeuwen hadden de Orte van de Eidgenossenschaft Habsburg grotendeels van het huidige Zwitserse grondgebied verdreven in een reeks van veldslagen: Morgarten (1315), Sempach (1386), Näfels (1388), Aargau (1415, behalve het Fricktal), de Alte Zürichkrieg (1436-1450) en Thurgau (1460).

De vijand van mijn vijand is mijn vriend en Habsburg sloot in 1474 de Ewige Richtung met de Eidgenossenschaft vanwege de opkomst van andere vijanden: de Hertogen van Bourgondië  en Beieren.

Nadat de Eidgenossenschaft de Hertog van Bourgondië had verslagen in 1476-1477 doemde echter een nieuwe vijand op voor Habsburg. Het zieltogende Franse koninkrijk had net de 100-jarige oorlog (1337-1453) achter de rug en was tot 1477 geen partij voor de Hertog van Bourgondië.

Morat/Murten, monument voor de slag op 22 juni 1476.

Na 1477 verwierf Frankrijk (evenals Habsburg) echter grote en rijke gebieden van dit hertogdom. Frankrijk en Beieren sloten vervolgens een verbond tegen Habsburg. Frankrijk voerde vanaf 1494  oorlog in Nood-Italië mede om Habsburgs gebied (onder andere het hertogdom Milaan) te veroveren en stuitte  op verzet van Habsburg.

Hoewel Habsburg het verlies van Zwitserse gebieden tot 1499 niet formeel accepteerde, had deze dynastie andere (militaire) zorgen. Behalve Frankrijk, was daar nog de dreiging van de Turkse Sultans na de verovering van Byzantium in 1453 en de opmars in Zuidoost Europa, de Hertog van Gelre in de Nederlanden en vooral de gecompliceerde politieke en geografische situatie in  Vorderösterreich en Zwaben.

Bazel, Konstanz en de Zwabische Bond (Schwäbische Bund)

 De twee bisdommen en steden symboliseren deze situatie. Het wereldlijke gebied van het bisdom Bazel strekte zich uit over de Elzas, de huidige kantons Jura, Basel-Stadt,  Basel-Landschaft en Baden (Baden-Württemberg).

Het kapittel ( de domheren) en de bisschop steunden de politiek van Habsburg, de burgers en de gilden echter niet. In Konstanz was de situatie omgekeerd: de bisschop zocht aansluiting van de Eidgenossenschaft (inclusief een lidmaatschap als kanton), de burgers en gilden juist niet. Beide steden waren echter formeel neutraal in de relatie Habsburg-Eidgenossenschaft.

Wapen van de Schwäbische Bund. Afbeelding: Wikipedia

Vorderösterreich was gebied van Habsburg en de Zwabische steden sloten in 1488 de Schwäbische Bund.  Dit was voor Habsburg vooral een defensief verbond tegen Beieren. De bisschop van Konstanz zocht daardoor echter juist toenadering tot de Eidgenossenschaft.

Er was zelfs een aanbod van enkele Orte aan Konstanz om geassocieerd (zugewandter Ort) te worden, zoals Rottweil, Schaffhausen en St. Gallen. Deze steden lagen ook op Zwabisch gebied of onderhielden daarmee nauw contacten.

Konstanz sloot zich echter in 1488  aan bij de Schwabische Bund, vooral onder druk van de Rooms-Duitse koning Maximiliaan I en het stadsbestuur van Konstanz. De Eidgenossenschaft zag het als een provocatie en bedreiging en accepteerde geen lidmaatschap van het neutrale Konstanz.

Maximiliaan was 1486 tot koning gekroond en tevens aartshertog van Oostenrijk,  graaf van Tirol en Heer van Vorderösterreich. Hij werd in 1508 tot keizer van het Heilige Roomse Rijk gezalfd, maar feitelijk vervulde hij deze functie al in 1499.

De afgevaardigden van de tien kantons in 1499, Collectie: Nikolaus Schradin, Sursee 1500, Zentral Bibliothek Zürich, Graphische Sammlung

De Eidgenossenschaft, haar Orte, Habsburg en het Heilige Roomse Rijk

De tien Orte van de Eidgenossenschaft, Freiburg en Solothurn waren in 1481 lid geworden na de Stanser Verkommnis, waren onderling verdeeld en hadden veelal andere belangen. De Gotteshausbund (1498) en de Graue Bund (1497) een associatieverdrag (zugewandter Ort) met de Eidgenossenschaft.

Er was in deze periode sprake van een groeiende economische concurrentie tussen Zwaben en de steeds machtiger wordende Eidgenossenschaft na de overwinning op de Hertog van Bourgondië. Bern was de grootste republiek ten noorden van de Alpen en Luzern, Zürich, Solothurn, Freiburg, Zug, Glarus, Uri, Schwyz en Unterwalden manifesteerden zich ook steeds sterker.

De Eidgenossen en de Schwaben groeiden ook wat betreft levensbeschouwing en identiteit steeds verder uit elkaar. Schwaben was onder adellijk, koninklijk en keizerlijk toezicht centralistisch georganiseerd (inclusief de vrije Rijkssteden), de Orte waren soevereine stedelijke of landelijke gemeenschappen en de Eidgenossenschaft was een los decentraal samenwerkingsverband. Na de vele overwinningen op Habsburg (1315-1460) en de Hertog van Bourgondië. (1476-1477) ontbrak het de Eidgenossen bovendien niet aan zelfvertrouwen.

Habsburg had nog oude rekeningen te verheffen met de Eidgenossenschaft en er waren nog openstaande kwesties, onder andere over de jurisdictie (Landgericht) over het door de Eidgenossenschaft veroverde Thurgau (1460). Kortom, ondanks de Ewige Richtung van 1474 en de veranderde internationale politieke omstandigheden, was de situatie niet stabiel.

De tien Orte van  Eidgenossenschaft in 1499 in donkderpaars (Uri, Schwyz, Unterwalden (Nidwalden en Obwalden), lichtpaars (Bern, Zug, Luzern, Zürich, Glarus) en Solothurn (lichtpaars) en Freiburg (bruin) met ‘Untertanengebiete’ en geallieerden of Zugewandte Orte (Rottwweil, Mülhausen (Mulhouse), Republiek Wallis, Gotteshausbund, grauer Bund, Zehngerichtebund, Abdij en stad St. Gallen, Appenzell, Schaffhausen en Neuchâtel. Afbeelding: Marco Zanoli/Wikipedia

Daarnaast waren er nog constitutionele kwesties. De Orte van de Eidgenossenschaft en het neutrale Bazel wilden geen belastingen aan het Heilige Roomse Rijk afdragen. Ze waren formeel nog wel gebied (vrije Imperiale steden/Orte vanwege Reichsunmittelbarkeit) van het Rijk en vielen formeel dus onder de (fiscale) wetten van het Rijk, die de Reichstag had uitgevaardigd.

Ook het geassocieerde lid Rottweil weigerde deze belasting te betalen en de Schwäbische Bund toe te treden. Maximiliaan bedreigde daarop Rottweil, dat weer gesteund werd door de Eidgenossenschaft.

Albrecht Dürer (1471-1528), het beroemdste portret van keizer Maximiliaan, 1519, Collectie: Kunsthistorisches Museum Wenen. Afbeelding: Wikipedia

Ook erkenden de Orte de hoogste rechters van het Rijk, het Reichskammergericht en de Reichshofrat, niet meer. Maximiliaan accepteerde dit weer niet, te meer omdat hij het geld vanwege zijn vele oorlogen hard nodig had.

Kortom, er was in deze krijgslustige periode met op territorium, prestige en revanche beluste heersers en hun op buit ingestelde huurlingen c.q. soldaten niet veel voor nodig om de vlam in de pan te doen laten slaan.

Om de krachtsverhoudingen in perspectief te plaatsen is het goed te realiseren dat de Schwäbische Bund meer dan 500 leden telde (steden, abdijen, amten, ridders, graven en andere gebieden), de Eidgenossenschaft met enkele geallieerden niet meer dan 15. Getalsmatig was de Eidgenossenschaft altijd ver in de minderheid, net zoals in de eerdere veldslagen tegen Habsburg en de Hertog van Bourgondië!

In een onlangs verschenen uitgave wordt dit treffend verwoord:

Die Schweizer Alpentäler und das grüne Hügelland der Nordschweiz sind die Heimat der bekanntesten und berühmtesten politischen Liga des Mittelalters, der Schweizer Eidgenossenschaft. Ihr Bündnisvertrag war insofern ungewöhnlich, als er, in den eigenen Worten der Vertragspartner, ‘Stadt und Land, Bürger und Bauern’ zusammenführte. Und das Bündnis florierte (M. Rady, Vom Rhein bis zu den Karpaten). 

1499

De directe aanleiding van de oorlog lag echter verder oostelijker, in het Münstertal en het Unterengadin, bezit van de graaf van Tirol, dat wil zeggen van Maximiliaan. Troepen van de Gotteshausbund en de Graue Bund bezetten deze gebieden.

Dit leidde tot een confrontatie met Maximiliaan, die gesteund werd door de Schwäbische Bund. De Eidgenossenschaft steunde de Gotteshausbund en de Graue Bund.

Standbeeld Benedikt Fontana (1450-1499) in Chur

Dit was vooralsnog een regionaal conflict, de Engadiner (Oostenrijks perspectief)- of Tirolerkrieg (Zwitsers perspectief). De slag bij Calven en de nederlaag van Maximiliaan was het einde van de reguliere oorlog in dit gebied, afgezien van plunderingen door huurlingen en losse groepen soldaten. Bij Hard, bij Bregenz,  had Maximiliaan ook al een nederlaag geleden.

De oorlog werd pas in april 1499 de Schwaben (Zwitsers perspectief)- of Schweizerkrieg (Zwabisch perspectief). De tien kantons sloten deze maand een verbond met Frankrijk. Maximiliaan verklaarde de Eidgenossenschaft vervolgens namens het Heilige Roomse Rijk de ‘Reichskrieg’.

Bazel, Bruderholz tegenwoordig

Maximiliaan was niet zozeer bezorgd om zijn gebied in Vorderösterreich, maar om zijn gebieden in Italië. Hij vreesde de combinatie van Zwitserse soldaten en de Franse militaire macht. Om deze reden waren de passen in Val Münstertal en Unterengadin van groot belang.

Vervolgens kreeg de oorlog zijn dynamiek langs de Rijn en in de Sundgau. Bazel bleef neutraal, Konstanz koos als lid van de Schwabische Bund echter voor Maximiliaan. Solothurn en Freiburg profileerden zich ook als nieuwe leden en wilden delen in buit van de ‘onoverwinnelijke’ Eidgenossen.

Dornach, monument voor de slag op 22 juli 1499 met de beroemde Zwitserse hellebaard

De laatste veldslag was fataal voor Maximiiaan. Op 22 juli 1499 leed zijn leger een vernietigende nederlaag bij Dornach, na eerder al bij Bruderholz bij Bazel verslagen te zijn.

De oorlog duurde nog geen half jaar en na vele wederzijdse plunderingen en diverse nederlagen van Maximiliaan en de Schwäbische Bund maakte de Vrede van Bazel een einde aan de oorlog.

Dornach, monument voor de slag op 22 juli 1499. ‘Ritter-Landsknechte Fürstenbergs Heere Sie fechten nicht mehr fur Kaiser und Reich. Sie fechten rasenden Löwen gleich’. Graaf  Heinrich VII von Fürstenberg (1464-1499)  was de legeraanvoerder van Habsburg

Het Beinhaus met schedels en beenderen van de gesneuvelden van beide partijen in de Schwabenkrieg: ‘Die Edlen müssen bei den Bauern liegen’.

De Vrede van Bazel

Deze vrede was feitelijk een bevestiging van de status quo. De Orte van de Eidgenossenschaft en het (nog neutrale) Bazel werden vrijgesteld van rijksbelastingen en de jurisdictie van het Reichskammergericht en de Reichshofrat.

Gebiedswinst voor de Eidgenossenschaft was er niet aan de rechteroever van de Rijn. Unterengadin en het Münstertal kochten zich pas in 1652 vrij van het graafschap Tirol, al bleven ze lid van de Gotteshausbund.

Rathaus Bazel, lid van de Confederatie sinds 1501

De politieke gevolgen waren echter des te groter. Bazel en Schaffhausen sloten zich 1501 aan bij de  Eidgenossenschaft, inclusief het grondgebied (en latere verwervingen) aan de rechterrijnoever. Appenzell werd in 1513 lid. Konstanz bleef Schwabisch, Rottweil daarentegen tot 1798 (!) een zugewandter Ort van de Eidgenossenschaft.  De Rijn was vanaf 1499 niet zozeer een grensrivier, maar een (mentale en politieke) buffer tussen ‘Schwaben’ en ‘ Zwitsers’.

“Hinter dem Gegensatz Schwaben-Eidgenossen stand letztlich auch die alte Feindschaft zwischen dem Teils habsburgischen, teils schwäbischen Adel und den städtisch-bäuerlichen Eidgenossen. Der Schweizer- order Schwabenkrieg, der kaum territorial Veränderungen mit sich brachte, der die Rheingrenze aber verfestigte, war ein markanter Schritt im Auseinanderleben von Schwaben und Eidgenossen. Die Eidgenossen sahen sich als “Schweizer”, die ihre Freiheit gegen Habsburg erkämpft hatten. Die Schwaben hingegen betonten ihre Verbundenheit mit dem Adel und dem Reich und die Treue zum Königtum” (B. Meier, Ein Königshaus aus der Schweiz, blz. 212).

Nikolaus Schradin’s kroniek eindigt met de woorden, die geen twijfel laten aan zijn steun voor de Eidgenossenschaft:

“Gott wirt von inen geerot fru vnd spat

Mit grosszem gepet von wib vnd mann,

die gnad gottesz mengklich wol trachten kan

dasz die stergki nit flüsszdt vss der eidgenosschaft 

Allein so hat sy von Gott die krafft

dasz ist wol gethon alsz man das Gott zulegt

Gmein eidgenosschaft sol alltzit sin bewegt

Sich selbsz zu enthalten in gehorsamy vnd einikeit”

De Zwabische (rechterrijnoever) en de 

Zwitserse (linkerrijnoever) stad Laufenburg 

Conclusie

Gebiedsuitbreiding naar het noorden was niet meer mogelijk. De Orte en de Eidgenossenschaft richtten zich vervolgens naar Italiaanse gebieden in het zuiden. Chiavenna, Bormio, Veltlina(1512), Tessin (1513) en voor korte tijd (1512) zelfs het Hertogdom Milaan waren de buit.

Marignano maakte 1515 echter aan de illusies een einde. Napoleon deelde deze Italiaanse gebieden toe aan de nieuwe Republiek Cisalpina, alleen Tessin bleef, op keuze van de inwoners, bij de Confederatie in 1798.

Na de verovering (1536) van Waadt door Bern en het Verdrag van Thonon (1569) tussen Wallis en Frankrijk lagen de buitengrenzen van de Confederatie grotendeels vast, afgezien van het Fricktal (1803), Genève (1815), Tarasp (1803), Rhäzuns (1819) en enkele kleine grenscorrecties. De grootste grensveranderingen waren tussen kantons en een nieuw kanton in 1979.

De relatie tussen de Confederatie van 13 kantons en Habsburg bleef na 1500 vreedzaam en veranderde niet tot 1798. De basis hiervoor was de ‘Erbeinung’ van 7 februari 1511, feitelijk een bevestiging van de Ewige Richtung van 1474.

De Eidgenossenschat sloot in 1516 en 1521 ook een vredesverdrag met Frankrijk. Daarmee begon een periode van ruim 250 jaar relatieve rust en vrede met omliggende landen.

Intern was de Confederatie, nog meer na de Reformatie, verdeeld, wat haar voortbestaan echter niet in de weg heeft gestaan. Pragmatisme, compromisbereidheid, ondanks alles een gemeenschappelijke identiteit en gedeelde (handels) belangen, dezelfde vijanden en het ‘gemene’ beheer van ‘untertanengebieden’, een groot (militair en politiek) prestige in Europa, vastberadenheid en ondernemers- en handelsmentaliteit en de integratie  van nieuwkomers waren en zijn hiervoor de belangrijkste voorwaarden.

tel de Ville/Stadhuis in Fribourg/Freiburg, plaats van de ondertekening van de Ewige Friede/la Paix perpétuelle van 1516

De Eidgenossenschaft en latere Confederatie van 1848 zijn geen creatie van Europese grootmachten wat, ten onrechte en politiek gemotiveerd, in bepaalde kringen wordt beweerd, maar van een wil tot samenleven en tot het uiterste verdedigen van in diverse opzichten verschillende kantons. Zwitserland is een succesvolle Europese Unie in microformaat. De Schwabenkrieg bevestigde deze eenheid in verscheidenheid.

In 1555 is het Habsburgse Rijk opgesplitst in een Spaans Habsburg (1555-1702) en een Oostenrijks Habsburg (1555-1918). Oostenrijks-Habsburg concentreerde zich met name op Italië, Oostenrijkse gebieden, Centraal- en Zuidoost-Europa. Frankrijk, de hertog van Beieren en het Osmaanse Rijk waren de voornaamste rivalen.

25 jaar na de Vrede van Bazel was het echter weer onrustig in Vorderösterreich en Zwaben. Deze keer was het niet de Eidgenossenschaft, maar de boerenopstand en de reformatie in 1524-1525 en de Dertigjarige Oorlog (1618-1648) die deze regio in vuur en vlam zetten.

In de Confederatie bleef het echter relatief rustig en noch de boerenstanden van 1525 in de omliggende regio’s, noch de reformatie richtten veel oorlogsleed aan, afgezien van beperkte burgeroorlogen in 1529 en 1531.

De documentaire “Dornach 1499” geeft verdere informatie over de slag bij Dornach

(Bronnen: B. Meier, Ein Königshaus aus der Schweiz. Die Habsburger, der Aargau und die Eidgenossenschaft im Mittelalter, Baden, 2010; W. Meyer, Ein Krieg in Bildern und Versen. Der Schwaben- oder Schweizerkrieg von 1499, geschildert von Zeitgenossen, Oppenheim am Rhein, 2024; B. Marquardt, Die alte Eidgenossenschaft und das Heilige Römische Reich (1350-1798). Staatsbildung, Souveränität und Sonderstatus am alteuropäischen Alpenrand, Zürich 2007;  T. Scott, The Swiss and their Neighbours 1460-1560, Oxford 2017; M. Rady, Vom Rhein bis zu den Karpaten. Eine neue Geschichte Mitteleuropas, Londen, 2024)

Rudolf Herri (1460-1515), rond 1500. Houtsnede van de slag bij Dornach. De afbeelding toont verschillende fasen van de slag: in het midden de hoofdslag onder het kasteel van Dorneck; rechts de Zwitserse infanterie bij Arlesheim, de kastelen Reichenstein en Birseck en daaronder de brug over de Birs en de achtervolging van vluchtende troepen door de Zwitsers bij de Birs. Collectie: Kunstmuseum Basel Kupferstichkabinett. Afbeelding: Wikipedia