Gedenkstätte Riehen. Foto/Photo: TES

Die Eiserne Hand en de gedenkplaats 1933-1945 van Riehen

De grillige grens van het huidige Zwitserland met haar vele kronkels en zelfs enkele buitenlandse enclaves is het resultaat van natuur, politiek en soms toeval. De grenzen van de 26 kantons tonen veelal hetzelfde patroon. Binnen diverse kantons bevinden zich zelfs enclaves van andere kantons en soms heeft de grens meer weg van een lappendeken van drie kantons.

De Hoogrijn (en de Bodensee) is sinds 1803 de natuurlijke grens tussen de Zwitserse Confederatie aan de linkerrijnoever en het Duitse (Groot-Hertogdom) Baden en (Koninkrijk) Württemberg, sinds 1947 Bundesland Baden-Württemberg.

Collectie: Dreiländermuseum Lörrach

Ook deze grensrivier kent echter uitzonderingen: het kanton Schaffhausen ligt grotendeels aan de rechterkant van de Rijn, het kanton Zürich strekt zich ook enkele vierkante kilometers uit over de rechteroever.

De meest opvallende Zwitserse verschijning aan de rechterrijnoever ligt echter in kanton Basel-Stadt. Het kanton Basel-Stadt bestaat uit drie gemeentes: Bazel, Riehen en Bettingen. Riehen en Bettingen liggen aan de rechterrijnoever, maar ook een deel van Bazel (Kleinbasel) ligt aan de ‘Duitse’ kant van de Rijn met de Badische Badenhof van de Deutsche Bahn (DB) in Kleinbasel bovendien als Duits grondgebied in Zwitserland.

Tegenwoordig is dit voor het personenverkeer geen hindernis. In de periode 1933-1945 en met name vanaf 1938 was het voor velen echter een grens tussen leven en dood, vrijheid en dictatuur.

De Eiserne Hand, landsgrens gemeente Riehen

1933 – 1945

 De machtsovername door de Nazi’s op 30 januari 1933 leidde vanaf het eerste begin tot terreur en vervolging van politieke tegenstanders, andersdenkenden en Joodse burgers.

Na de pogrom van 9 november 1938 (Kristallnacht) tot de bezetting en capitulatie van Duitsland in 1945 overschreden duizenden Joodse burgers, vluchtelingen uit bezette gebieden, geallieerde militairen en dwangarbeiders deze Zwitserse grens aan de rechterrijnoever.

De Duitse veldtocht tegen Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk in mei 1940 leidde weliswaar niet tot een Duitse invasie van Zwitserland, maar de plannen waren er (Operatie Tannenbaum).

Wellicht heeft de snelle capitulatie van Frankrijk deze invasie voorkomen. De kosten wogen voor Duitsland (en Italië) niet meer op tegen de baten van een neutraal buurland met belangrijke transportverbindingen en (wapen)industrie en financiële sector, die niet gebombardeerd konden worden.

De permanente angst voor een Duitse invasie bepaalde echter  (zie ook de Duitse bezetting van Italië in 1943 en Hongarije in 1944) het dagelijkse leven in kanton-Basel-Stadt en Zwitserland.

Collectie: Gedenkstätte Riehen

In ieder geval was en bleef de grens aan de rechterrijnoever vanaf 10 mei 1940 hermetisch gesloten met versperringen en patrouilles.  Voor veel inwoners kwam daarmee een einde aan eeuwenlange vanzelfsprekende sociale en economische contacten en betrekkingen en familiebanden.

Vele Duitsers woonden of werkten (ook toen al) bovendien in dit kanton en steunden het nieuwe regime. Het overgrote deel van Zwitserse burgers moest echter niets hebben van het ‘Hilter-Zeug’, wat weer tot spanningen leidde met de grote Duitse gemeenschap.

Collectie: Gedenkstätte Riehen

Vluchtelingen

De permanente angst voor Duitsland, economische problemen, werkloosheid, armoede voor delen van de bevolking en antisemitisme eisten echter hun tol voor vele (Joodse) vluchtelingen.

Zwitserland was vanaf 1940 een democratische, multiculturele oase omringd door meedogenloze regimes. Hitler had Zwitserland al eens een ‘Ungeheuer’ genoemd en Heim ins Reich gold ook voor Duitstalig Zwitserland.

Mussolini had Italiaansprekende gebieden in Zwitserland op het oog (Irredentismo). Concessies, compromissen en samenwerken met deze dictators was een kwestie van overleven voor het kleine land te midden van een woestijn van duizenden kilometers dictatuur.

Collectie: Gedenkstätte Riehen

De details van de formele Zwitserse houding ten aanzien van Joodse en andere vluchtelingen zijn uitvoerig beschreven en bekend (zie onder andere het verslag van de Bergier-Kommisson van 22 april 2022). Bondspresident Kaspar Villinger had deze houding namens de Zwitserse regering  al treffend samengevat in een verklaring op 7 mei 1995:

“ Ich will aber nicht verhehlen, dass es einen Bereich gab, der sich aus heutiger Sicht der Rechtfertigung durch irgendwelche “äusseren Umstände” entzieht. Es steht für mich ausser Zweifel, dass wir mit unserer Politik gegenüber den verfolgten Juden Schuld auf uns geladen haben.

Die Angst vor Deutschland, die Furcht vor Überfremdung durch Massenimmigration und die Sorge um politischen Auftrieb für einen auch hierzulande existierenden Antisemitismus wogen manchmal stärker als unsere Asyltradition, als unsere humanitären Ideale.

Schwierige Zielkonflikte wurden auch überängstlich zu Lasten der Humanität gelöst. Wir haben damals im allzu eng verstandenen Landesinteresse eine falsche Wahl getroffen. Der Bundesrat bedauert das zutiefst, und er entschuldigt sich dafür, im Wissen darum, dass solches Versagen letztlich unentschuldbar ist“.

Gemeente Riehen en de Eiserne Hand. Collectie: Gedenkstätte Riehen

 De Eiserne Hand

 De tragedie voor met name Joodse vluchtelingen speelde zich aan alle Zwitserse grensposten af, in Tessin, Genève, St. Gallen, Schaffhausen, Graubünden en andere grenskantons. De situatie aan de rechterrijnoever van kanton-Basel-Stadt was echter uitzonderlijk.

In de eerste plaats waren er de treinverbindingen naar de Badische Bahnhof over Zwitsers grondgebied (de Wiesentalbahn), van Weil am Rhein via Kleinbasel naar Grenzach en van St. Louis naar het Frans station in Bazel. Vluchtelingen gebruikten deze treinen soms om op Zwitsers grondgebied uit de trein te springen.

De belangrijkste vluchtroute was echter de Eiserne Hand (de IJzeren Hand)in de gemeente  Riehen. Dit is een strook van ongeveer 2 kilometer lang en 300 meter  breed die zich als een hand (of vinger) in Duitsland uitstrekt.

Maienbühl tegenwoordig

Alleen dit gebied hadden de Duitsers bij gebrek aan materiaal niet meer afgesloten met prikkeldraad en andere versperringen en de Zwitserse regering weigerde dit te doen, ondanks Duitse aanmaningen.

Duizenden vluchtelingen bereikten  deze grens, ondanks vele patrouilles. De boerderij  Maienbühl was vaak het eerste opvangadres waar gastvrij onderdak werd geboden.

Bij grensteen 51 werden veel vluchtelingen weer de Duitse grens over gezet, voor veel anderen betekende het echter de vrijheid en het leven. Collectie: Gedenkstätte Riehen

Er bestond  echter een meldplicht voor vluchtelingen en daarna begon de bureaucratische procedure bij grenspolitie en autoriteiten. Joodse vluchtelingen waren volgens de nationale regering geen politieke vluchtelingen en moesten om deze reden worden teruggestuurd. De grens van hoop en leven werd zo een grens van teleurstelling en dood.

De meeste burgers  namen het asielbeleid voor kennisgeving aan. Een kleine minderheid, organisaties, kerken, politici verzetten zich echter tegen het nationale regeringsbeleid en hielpen vluchtelingen aan onderdak en papieren.

Ook enkele grenswachten stuurden vluchtelingen niet terug. De grote meerderheid vervulde echter zijn bureaucratische taak, al ging dat vaak, getuige archieven, met grote tegenzin.

De regering van kanton-Basel-Stadt was het ook niet eens met het beleid van de nationale regering en gebruikte haar kantonale vrijheid om toch zoveel mogelijk vluchtelingen een verblijfsvergunning te geven. Dit neemt niet weg dat voor velen de Eiserne Hand geen helpende had was.

Gedenkstätte Riehen

De gemeente Riehen geeft deze historie en vooral de verhalen van geredde en afgewezen vluchtelingen een gezicht en soms zelfs een stem. Een uitvoerig documentatiecentrum, vele persoonlijke getuigenissen van grenswachten, bewoners, vluchtelingenhelpers, politici en journalisten plaatsen deze tragedie in perspectief.

Deze ingetogen plek oordeelt niet. Wel heeft de verklaring van Kaspar Villiger een prominente plaats, naast enkele burgers, ambtenaren en politici die het beleid van de nationale overheid niet hebben opgevolgd.

Collectie: Gedenkstätte Riehen

Zwitserland is niet het enige land dat door dit verleden wordt ingehaald. Achteraf is het makkelijk oordelen en vooral veroordelen. Wie de echte helden zijn als het er om gaat, is in vredestijd en een democratie niet te voorspellen. Dat geldt tegenwoordig ook voor de vele activisten op diverse gebieden.

In ieder geval is het niet zo dat Zwitserland als natie heeft gefaald tegenover de Duitse en Italiaanse agressors.  Het land had geen keuze en heeft zich naar vermogen en mogelijkheden verzet tegen deze dictaturen

De Eiserne Hand is vooral een plek, die de morele, politieke en (on) menselijke houding in een (on) menselijke tijd symboliseert. De gedenkplaats is een plaats voor voor (zelf) reflectie.

En, tot besluit, aan de Duitse kant waren er ook enkelen die in verzet kwamen tegen het regime of hun leven waagden om Joden en andere vluchtelingen te helpen. Sommige treinmachinisten lieten op Zwitserse grondgebied de trein langzaam lieten rijden om vluchtelingen de kans te geven te onstnappen.

Afbeelding: Gedenkstätte Johann George Elser, Königsbronn

Een persoon verdient het echter in het bijzonder om vermeld te worden. Johann Georg Elser ( 1903-1945 ), een timmerman uit Königsbronn, pleegde op 8 november 1939 in Munchen een mislukte aanslag op de Fuhrer. Hij werd vervolgens bij Konstanz bij de grens met Zwitserland door Duitse grenswachten gearresteerd (W. Benz, Allein gegen Hitler. Leben und Tat des Johann Georg Elser, München, 2023).

(Bron en verdere informatie: Gedenkstätte Riehen)

Impressies van de Eiserne Hand

Grenssteen 60 van de Eiserne Hand. Collectie: Dreiländermuseum Lörrach

Impressies van Gedenkstätte Riehen

Impressies van de omgeving

Inzlingen (Duitsland)