Samnaun-Dorf, Herbst 2020. Photo/Foto: TES.

Samnaun, wintersport, belastingvrij inkopen en geen Vallader

De grensplaats Samnaun (kanton Graubünden) heeft een bijzondere status. De historie hiervan gaat duizend jaar terug.  De eerste vermelding van Samnaun stamt uit 1089 in een oorkonde van de Heer van Tarasp.

Het dal is vanuit de dorpen Ramosch en Vna in het Unterengadin vanaf omstreeks het jaar duizend bevolkt. Het vruchtbare klimaat maakte landbouw zelfs op een hoogte van boven de 1 800 meter mogelijk (zie ook de eeuwenoude landbouwterrassen in deze regio).

Meerdere dorpen ontstonden in het dal van Saumnaun: Compatsch, Laret, Plan, Ravaisch en Samnaun-Dorf. Ze hebben Romaanse, gothische, barokke of moderne katholieke kerken, want in tegenstelling tot de andere dorpen van Unterengadin (op Tarasp en Rhäzuns na, deze dorpen waren tot 1803  resp. 1819 bezit van het katholieke Habsburg), bleef het dal tijdens de Reformatie rond 1530 katholiek.

Politiek gezien deelt Samnaun echter zijn geschiedenis met het Unterengadin. Samnaun behoorde ook tot het graafschap Tirol totdat het in 1363 werd overgenomen door de Habsburgers.

In 1652 kochten bijna alle dorpen hun vrijheid van de Habsburgers (ze behoorden al tot de Vrijstaat van de Bonden als onderdeel van de confederatie onder leiding van de Gotteshausbund).

De andere twee confederaties waren de Grauer Bund en de Zehngerichtenbund. Vanaf 1803 werd dit gebied het nieuwe kanton Graubünden.

Martina

Samnaun is eeuwenlang een douanestad geweest. Vanaf 1848 verhuisde het douanekantoor echter naar Vinadi en later naar Martina. Samnaun was verbonden alleen met Unterengadin en Zwitserland via de Alpenpassen verbonden.

In de winter waren de contacten daarom beperkt tot Tirol. Daarom verleende de Zwitserse Confederatie een belastingvrije zone voor goederen uit Tirol. De aanleg van de weg naar Martina en Samnaun in 1912 veranderde om praktische redenen niets aan deze situatie.

Saumnaun is nog steeds een “hochalpines Shopping-Paradies”, zoals het zichzelf presenteert. En inderdaad, veel grensgangers uit Oostenrijk bezoeken het “zollfreie Paradies” op 1.800 meter hoogte.

Het populaire wintersportoord Ischgl in Oostenrijk ligt vlakbij. In hoogtijdagen verblijven er rond 20 000 toeristen in en rond Ischgl, die vaak hun inkopen in Samnaun doen.

Het dorp heeft echter nog een andere troefkaart. Terwijl in andere regio’s van Zwitserland skigebieden bij gebrek aan sneeuw korter open zijn of zelfs sluiten, breidt het dorp zijn skifaciliteiten juist uit.

De meeste pisten liggen op een (relatief) sneeuwzekere hoogte tussen 1 800 en 2 900 meter en bovendien is het gebied verbonden met Ischgl. De regio heeft meer dan 240 kilometer aan pistes en is daarmee een van de grootste skigebieden in de Alpen.

De groeiende wintersportfaciliteiten, indrukwekkende natuur en het ‘Zollfrei-Paradies’ aan de grens met Oostenrijk heeft echter ook een aderlating tot gevolg: de ongeveer 850 bewoners spreken het Tiroler dialect en het oude Reto-Romaanse Vallader wordt niet meer gesproken!

(Bron en verdere informatie: www.samnaun.ch)