Rhäzuns, Habsburg en de Romaanse kerken Sogn Paul und Sogn Gieri
31 januari 2019
Toen Oostenrijk op 18 januari 1819 formeel de heerschappij van Rhäzuns aan het kanton Graubünden overgaf, had de laatste vreemde mogendheid het kanton verlaten.
Deze heerschappij begon in de twaalfde eeuw met de eerste gedocumenteerde akte (1137/1139) van de Freiherr van Rhäzuns. Het gebied omvatte de dorpen en omgeving van Rhäzuns en Bonaduz, Domat Ems en Felsberg, strategisch van groot belang in verband met de Lukmanierpas en de Splügenpas en de toegang van het Hinterrheintal.
De machtige abt van de Abdij Disentis, de nog machtigere bisschop van Chur en de Freiherr Von Vaz hadden ook wel oog voor deze handelsroutes en (gewapende) twisten (Vazer Fehden) domineerden de 13e en 14e eeuw.
Van groot belang was de Illanzer Bund of Obere Bund van 14 februari 1395, de voorloper van de in 1424 tot stand gekomen Grauer Bund, een van de drie soevereine staten, die opgaan in Graubünden in 1524 (De andere twee zijn de Gotteshausbund en de Zehngerichtebund).
Geografisch omvatte de Obere Bund het gebied van de Vorderrhein, Rhäzuns en zijn gebieden in de Hinterrhein. Het Graafschap Werdenberg-Sargans en diens gebieden van het Flimser woud trad even later ook toe.
De Bisschop van Chur bleef echter op het oorlogspad en vier Orte van de Eidgenossenschaft (Zürich, Luzern, Uri, Schwyz) en Habsburg gingen zich ermee bemoeien.
Na een onrustige 15e eeuw stierf het geslacht van de Freiherren van Rhäzuns in 1458 uit en na de in die tijd gebruikelijke koehandel in dit soort gevallen verwierf Habsburg (Keizer Maximiliaan) in 1497 de heerschappij van Rhäzuns om deze pas in 1819 af te staan aan het kanton Graubünden.
Impressies van de twee Romaanse kerken in Rhäzuns