Auvernier. Photo/bild TES.

Auvernier en het meer van Neuchâtel

De eerste historische vermelding onder de naam Averniacum dateert uit 1011 in een document dat de schenking van Rudolph III (970-1032), de laatste koning van het Koninkrijk Bourgondië, bevestigt.

Auvernier ligt aan de rand van het meer van Neuchâtel en is al sinds het neolithicum en de Gallo-Romeinse tijd bewoond.

De paalbouwwoningen aan het meer zijn een van de rijkste prehistorische plaatsen in Zwitserland (en een UNESCO-werelderfgoed).

Over een lengte van 1,5 km liggen tenminste tien plaatsen die tussen het vierde en eerste millennium voor Christus al werden bewoond (zie ook het museum Laténium in het nabijgelegen Hauterive).

Het dorp ontwikkelde zich rond visserij en wijnbouw, zoals ook te zien is aan het dorpswapen.

Complex La Roche, 16e eeuw.

Het dorp is ook bekend vanwege het kasteel van Auvernier uit 1559 en andere gebouwen, pleinen en middeleeuwse straten.

De kerk (le temple) en het stadhuis van Auvernier. Het dorp werd in 1532 protestant.

Het graafschap Neuchâtel is met het uitsterven van de dynastie in 1395 achtereenvolgens bestuurd door de graven van Freiburg im Breisgau (1395-1458), de markgraven van Baden-Hochberg (1458-1504), de Franse dynastie d’Orléans-Longueville (1504-1707) en de koning van Pruisen, die het vorstendom Neuchâtel formeel tot 1857 bestuurde, ondanks de toetreding van het kanton Neuchâtel, inclusief Auvernier, tot de nieuwe Zwitserse Confederatie in 1815.

Abraham Mouchet, schatbewaarder van het graafschap, bouwde dit stadspaleis in de 17e eeuw.

Het dorp (gemeente Milvignes samen met Colombier en Bôle sinds 2013) is ook een toeristische bestemming met zijn jachthaven, strand en de Jura.

(Bron: www.hls-dhs-dss.ch, Auvernier, Michel Egloff en Germain Hausmann, 2019; meer informatie: https://www.milvignes.ch).