The thirteen cantons/Die dreizehn Kantone, 1520. Nationales Museum Prangins, Photo/foto: TES.

Soevereiniteit Zwitserland

De geschiedenis van de soevereiniteit van Zwitserland kent vele data, mythen en (historische en politieke) discussies.

Het staat buiten kijf dat het grondgebied van het huidige Zwitserland in de 15e eeuw nog deel uitmaakte van het Heilige Roomse Rijk en dat dit grondgebied (behalve Rhäzuns (1819) en Neuchâtel (1856) in de 19e eeuw respectievelijk in 1815 en 1848 soeverein was.

Heilige Roomse Rijk

De periode tussen de 16e en 18e eeuw (tot 1798, 1803, 1813) is minder duidelijk. Het Heilige Roomse Rijk strekt zich rond 1530 uit over gebieden die vandaag de dag verdeeld zijn over meer dan tien soevereine staten (Nederland, België, Luxemburg, Liechtenstein, Oostenrijk, Frankrijk (Lotharingen, Franche-Comté, (Hoge) Savoie, Elzass), Duitsland, Tsjechië, Slovenië en gebieden in Kroatië en Polen). Spanje, Hongarije, Sicilië en Sardinië waren verbonden in een persoonlijke unie.

De keizer

De Habsburgse dynastie leverde 1438-1806 bijna zonder uitzondering de keizers. Dit rijk en de keizers samen met de paus belichaamden ook de Latijnse christenen.

Het Rijk was formeel een politieke en juridische entiteit, met inbegrip van het Reichskammergericht in achtereenvolgens Worms, Speyer en uiteindelijk tot 1806 in Wetzlar), de Hofrat  in Wenen, de Reichstag in verschillende steden.

Het Rijk kende honderden kerkelijke en seculiere, regionale en lokale heersers: bisschoppen, abdijen, hertogdommen, graafschappen, keizerlijke steden. De lokale wetten en gewoontrecht waren meestal doorslaggevend. Van een  werkelijke politieke en juridische was geen sprake.

De geschiedenis van het recht wordt niet verder besproken. Maar drie factoren zijn relevant. Het monopolie van de keizer op het gebruik van geweld en het stichten van vrede. Dit was belangrijk voor de Eidgenossenschaft in 1415 (verovering van Aargau op Habsburg), 1460 (verovering Thurgau) en in 1474-1477 (de Bourgondische oorlogen, met keizerlijke toestemming).

Het recht om belasting te heffen en ten derde het prestige van het rijk en de keizer als opperste wetgever speelden een belangrijke rol tot de ontbinding van het Rijk in 1806.

Eidgenossenschaft

Zwitserland bestond toen nog niet in de middeleeuwen. Formeel hoorde het gebied tot 1648 (vrede van Westfalen) tot het Heilige Roomse Rijk. Feitelijk was er sprake van steeds grotere autonomie vanaf de dertiende eeuw.

De bekendste alliantie is die van de drie Urkantone van 1291 (Uri, Schwyz en Unterwalden). De politiek belangrijkste allianties waren echter tussen de keizerlijke steden Zürich, Bern, Luzern, Fribourg en Solothurn.

De academische vraag of de Eidgenossenschaft van 1291 of de stedelijke allianties de grondslag zijn van wat uiteindelijk de Confederatie zou worden is niet relevant. Het is een feit dat er in 1513 een Confederatie van dertien kantons en Orte bestond.

Deze allianties waren in die tijd gebruikelijk, de Elzasser Zehnstädtebund of Dekapolis, de Hanze of de Zwabische Liga in Zuid-Duitsland. De Zwitserse Confederatie bleef echter tot 1798 bestaan. Wat maakte deze Confederatie een uitzondering en een bijzonder geval in (Midden) Europa?

Autonome steden en regio’s

Het centrale niveau van de heerschappij van het Heilige Roomse Rijk en de  koninkrijken waren de dominante factoren in de vorming van de staat tussen 1495 en 1648.  Het Rijk kende daarnaast veel regionale en lokale seculiere en kerkelijke heersers, ook in Zwitserland.

De vele keizerlijke steden en keizerlijke privileges voor het grondgebied van het huidige Zwitserland zijn in dit opzicht belangrijk. Keizerlijke steden waren autonome gemeenschappen, bijvoorbeeld Basel, Bern, Zürich, Freiburg, Luzern, Zug, Schaffhausen, Rapperwil, Genève, St. Gallen, Stein am Rhein en Solothurn.

In deze regio waren er veel keizerlijke steden (Besançon, Colmar, Straatsburg, Rottweil, Mulhouse, Augsburg, Konstanz) en ook stadsfederaties (Dekapolis, Schwäbischer Bund, Eidgenossenschaft).

Meer dan 90% van alle keizerlijke steden bevonden zich in het zuidwestelijke kwart van het Rijk. In de Eidgenossenschaft sloten de Orte, steden en hun territoria naadloos aan elkaar aan, in tegenstelling tot de Elzasser Zehnstädtebund en de Schwäbischer Bund.

Bovendien vormde de Eidgenossenschaft met haar bergpassen, rivieren en noord-zuidverbindingen een belangrijk gebied voor handel, personenvervoer en militair transport.

Om deze redenen sloot de Freistaat der Drei Bünde (een verbond van de drie regionale allianties Gotteshausbund, Zehngerichtenbund, Oberer/Grauer Bund) een verbond met de Confederatie van 13 kantons en toonde ook belangstelling in (militaire) samenwerking.

Deze gemeenschappelijke (commerciële) belangen waren uiteindelijk belangrijker dan de vele religieuze (sinds 1525), politieke en territoriale verschillen. De oerkantons en Graubünden waren bijvoorbeeld met geïnteresseerd in Italiaanse gebieden (Tessin, Bormio, Chiavenna en Veltlin) terwijl Bern, Solothurn en Freiburg zich vooral op Noord- en West-Zwitserland (Aargau, Thurgau, Waadt) richtten.

1513-1798

De uitbreiding van de Eidgenossenschaft in 1513 tot 13 leden en de Vrede van Westfalen in 1648 waren volkenrechtelijk niet doorslaggevend voor het ontstaan van het huidige Zwitserland.

De 13 kantons van de Eidgenossenschaft bleven tot 1798 soeverein en de Confederatie was nog geen nieuwe Europese natie, hoewel ze door andere landen wel feitelijk als staat werd behandeld. Er is een zekere gelijkenis met de Republiek van de Zeven Verenigde (soevereine) Provincies in de Nederlanden.

1815-1848

De jaren 1815-1848 waren bepalend voor de volkenrechtelijke soevereiniteit en het ontstaan van het huidige Zwitserland.

De wortels gaan echter eeuwen terug en 1291, feit, mythe of niet, is in ieder geval een indicatie van deze ontwikkeling die in  een lang proces tot de soevereiniteit heeft geleid. Dat het ook anders had kunnen lopen,  is niet relevant.

In andere bijdragen wordt ingegaan op de vele lokale en regionale heerschappijen tussen 1300 en 1798, zoals bisdommen (Bazel, Chur of Sion bijvoorbeeld), abdijen bijvoorbeeld Einsiedeln, St. Gallen, Pfäfers, Disentis, Werdenberg, hertogdommen en graafschappen (waaronder Schwaben, Habsburg, Savoie, Kyburg of Zähringen),

(Bron: B. Marquardt, Die alte Eidgenossenschaft und das Heilige Römische Reich (1350-1798). Staatsbildung, Souveränität und Sonderstatus am alteuropäischen Alpenrand, Zürich 2007).