De Sonderbundsoorlog die vrede stichtte
19 december 2022
Zwitserland heeft de naam van een langzame politieke besluitvorming. Het land liep echter wel voorop bij het invoeren van democratie en de vorming van Europa’s eerste drietalige confederale democratische (voor mannen) republiek in 1848.
De kantons zijn de experimenteertuinen van nieuwe politieke concepten en uiteindelijk zijn het de burgers die beslissen. In de kantons en hun gemeentes begonnen dus ook de politieke discussies en de polarisatie voorafgaande aan de Sonderbundskrieg van 1847. De al lang smeulende onenigheid in de nieuwe Zwitserse Confederatie van 1815 kwam in 1847 tot uitbarsting.
De politieke situatie in de kantons na 1831. Kaart: Marco Zanoli
Achtergrond
De Grondwet van de nieuwe Confederatie van 1815 herstelde het ancien régime in de 22 soevereine kantons. Overwegend katholieke of protestante kantons, Frans-, Duits- of Italiaanstalig, hebben vanaf 1815 in wisselende coalities samengewerkt.
De grote sinecure was de herziening van de Grondwet van elf kantons in 1830/1831, de zogenaamde Regeneratie. Onder de indruk van de Franse en Duitse revoluties in de jaren 1830/1831 voerden elf kantons een liberale Grondwet in, onder andere met algemeen stemrecht voor mannelijke burgers (met een aantal beperkingen).
Deze liberale Grondwet in deze kantons was voornamelijk gericht op de trias politica, liberalisering van economie en handel, algemeen kiesrecht (voor mannen), gelijkheid voor de wet en andere fundamentele vrijheden en democratisering. Religieuze motieven speelden nog nauwelijks een rol.
Verteilung der Konfessionen in der Schweiz (1850). Landesmuseum Zürich
Na 1831 namen religieuze conflicten echter in belang toe en vanaf 1841 escaleert de situatie. Het opheffen van kloosters in het protestante én katholieke kanton Aargau en de rol van de kerk en Jezuïeten in de katholieke kantons (met name in Luzern) zijn de directe aanleiding.
De Grondwet van 1815 waarborgde de godsdienstvrijheid en gelijkberechtiging van protestanten en katholieken (maar niet van Joden!) in de kantons.
Een nieuwe Grondwet in kanton Aargau (5 januari 1841) maakte echter een einde aan de gelijkberechtiging van de katholieken. Deze komen vervolgens tevergeefs in opstand. De katholieke kantons accepteerden dit niet en in kanton Luzern kregen de Jezuïeten zelfs weer een prominente rol in politiek en onderwijs. Dit leidde weer tot gewapende invallen uit naburige kantons.
De diepere oorzaak was echter de onenigheid over de inrichting van de Confederatie. De protestante en enkele liberale katholieke kantons wilden een sterkere federale overheid ten koste van de bevoegdheden van de kantons. De katholieke-conservatieve kantons verzetten zich hiertegen.
Dit conflict had ook, zoals altijd, economische motieven. De kantons in centraal-Zwitserland hadden vanouds een andere geografische en economische oriëntatie, naar het zuiden, over de St. Gotthard. De stedelijke protestante kantons waren meer op contacten met het noorden en westen gericht.
Ook heerste in de zogenaamde Urkantone Schwyz, Obwalden, Nidwalden en Uri armoede en hongersnood, wat altijd een goede voedingsbodem is voor opstand. Eeuwenlang hadden jongemannen als huurling gediend in buitenlandse legers. Na 1815 was deze ‘handel’ ingestort.
De Sonderbund. Auteur: Marco Zanoli/Wikipedia
De Sonderbund
In 1845 richtten de katholieke kantons Schwyz, Obwalden, Nidwalden, Zug, Uri, Luzern, Wallis en Freiburg de Sonderbund op. Protestant-liberale kantons gesteund door drie overwegend liberale katholieke kantons Solothurn, Tessin en St. Gallen verzetten zich hiertegen met een beroep op de Confederale Grondwet.
De protestante Kantons Basel-Stadt en Neuchâtel en het katholieke kanton Appenzell Innerrhoden bleven neutraal. De Tagsaztung, het confederale parlement met vertegenwoordigers van de kantons, verklaarde in mei-juli 1847 met een zeer kleine meerderheid de Sonderbund en de aanwezigheid van Jezuïeten in Luzern illegaal.
De escalatie, ondanks de bemiddelende rol van kanton Basel-Stadt, bereikte een hoogtepunt met de mobilisatie van een leger van 80 000 man van de Sonderbund in oktober 1847. Vervolgens mobiliseerde de Confederatie een leger van 100 000 man.
De Tagsatzung benoemde Guillaume Henri Dufour ((1787-1875) tot generaal, de generaal van de Sonderbund was de protestant (!) en kolonel uit het federale leger (!) Johann-Ulrich von Salis-Soglio (1790-1874) uit Graubünden, dat tegen de Sonderbund vocht(!). Het geeft aan hoe verweven de kantons al waren.
Johann-Ulrich von Salis-Soglio, midden 19e eeuw. Anonieme gravure. Foto: Wikipedia
Ook de keuze voor Dufour was niet vanzelfsprekend, maar een gouden greep. Hij kwam uit het nieuwe Franstalige kanton Genève en was weliswaar protestant, maar tegen een sterke federale overheid.
De Sonderbund opende op 4 november de aanval op kanton Tessin, een oud Untertanengebiet, vanuit kanton Uri over de St. Gotthard. Het was een mislukking. Het verdere verloop is bekend. Op 23 november 1847 vond bij het dorp Gisikon (kanton Luzern) de beslissende veldslag plaats en na een korte oorlog van 25 dagen, 93 doden en 510 gewonden capituleerde als laatste op 29 november kanton Wallis.
De Europese context
De Grootmachten Rusland, Oostenrijk en Pruisen (de Heilige Alliantie) en Frankrijk dachten er aan om militair in te grijpen ten gunste van de katholieke-conservatieve kantons en tegen de liberale, in hun ogen radicaal-democratische kantons.
Aan een tweede Revolutionair experiment hadden de Monarchen na de ervaringen van 1789-1815 geen behoefte. Vooral Klemens Wenzel von Metternich (1773-1859), de langdurige Oostenrijkse Minister van Buitenlandse Zaken en kanselier, wilde militair ingrijpen. De Paus steunde bovendien het katholieke kanton Luzern en de Jezuïeten financieel.
Zwitserland was sowieso vanwege de opvang van politieke vluchtelingen, revolutionairen en anarchisten voor de Europese monarchieën al vanaf 1815 een doorn in het oog. Het probleem was dat dezelfde grootmachten in 1815 bij het Congres van Wenen (1814/1815) de neutraliteit van het land hadden gegarandeerd.
Tot een invasie kwam het in 1847 niet, hoewel de katholieke kantons hier om hadden verzocht. Niet omdat deze monarchieën de neutraliteit respecteerden, maar omdat Engeland zijn veto uitsprak en deze landen in 1848 zelf met revoluties en onrust te maken kregen. Bovendien was het conflict in Zwitserland van korte duur en was de orde in 1848 weer hersteld. Van een nieuwe Franse Revolutie was geen sprake.
Thomas Lawrence (1769-1830), Prins Klemens Wenzel von Metternich, c. 1818. Collectie Royal Collection of the United Kingdom. Foto: Wikipedia
Het vervolg
Wat de Sonderbundskrieg bijzonder maakt is het vervolg. Een Burgeroorlog ontwricht samenlevingen vaak voor vele generaties in onverzoenlijke kampen, vroeger en tegenwoordig. Zo niet in Zwitserland. Deze burgeroorlog liet ook zijn sporen na, maar de voormalige vijanden waren snel weer op ‘speaking terms’ en van langdurige haat of revanchegevoelens was geen sprake.
Wat maakt Zwitserland ook in dit opzicht anders ? De eeuwenoude verbondenheid vanaf de dertiende eeuw in de overwegend Duitstalige Eidgenossenschaft en de relatief milde regimes in de door deze Eidgenossenschaft bezette gebieden (Untertanengebiete) hadden ondanks alle tegenstellingen toch een soort nationale identiteit bewerkstelligd.
De kantons Aargau (1415), Thurgau (1460), Vaud (1536), Tessin (1512 waren vanaf deze jaren tot 1798 bezet en bestuurd gebied door de Eidgenossenschaft. In 1803 kregen ze de status van soevereine kantons. Neuchâtel was tot 1395 een graafschap en daarna een Duits, Frans en tenslotte Pruisisch prinsdom, formeel tot 1857, hoewel lid van de Confederatie als soeverein kanton vanaf 1815. Genève en Wallis zijn vanaf de vijftiende eeuw soevereine gebieden geweest en waren pas vanaf 1815 kantons van de Confederatie.
De burgers van Genève, Neuchâtel en Wallis kozen in 1815 voor Zwitserse Confederatie na hun Franse ervaring. De burgers van Tessin idem dito in 1803, toen Napoleon ze de keuze gaf om zich aan te sluiten bij de door hem gecreëerde Italiaanse Republicca Cisalpina en later de Republicca Italiana in de periode 1797-1805 (Siamo Svizzeri italiani).
De compromisbereidheid, de eeuwenlange ervaringen, het streven naar het haalbare, de ‘agree to disagree’ mentaliteit, de prioriteit van democratie en soevereiniteit en gedeelde economische belangen creëerden ‘eenheid in verdeeldheid’.
De oorlog eindigde zoals hij begonnen was: ingetogen, of in de woorden van generaal Dufour aan de vooravond van de overwinning:
“Eidgenössische Wehrmänner, Ihr werdet in den Kanton Luzern einrücken. Zieht dem Feinde kühn entgegen, schlagt Euch tapfer und steht zu Eurer Fahne. Sobald aber den Sieg für uns entschieden ist, so vergesset jedes Rachegefühl, betragt Euch wie grossmütige Krieger, verschont die Überwundenen, denn dadurch beweist Ihr Euren wahren Mut”.
Dit doet denken aan Winston Chuchill (1874-1965): “In War: Resolution, In Defeat: Defiance, In Victory: Magnanimity, In Peace: Good Will.” (Winston Churchill, The Second World War, Volume I, The Gathering Storm, London 1948).
Een combinatie van onverzettelijkheid, plicht, mededogen met de verslagen vijand, kortom het fundament van het samenleven op de lange termijn. De verzoenlijke Grondwet van 1848 is nog steeds het liberale, sociale, democratische, federale en decentrale fundament van het land. De directe democratie is hierbij een onmisbaar ingrediënt sinds 1874 en 1891.
Lithografie van C. Studer, Winterthur, uit gedenkschrift uit 1848, gedrukt door J.J. Ulrich, Zürich. Collectie Burgerbibliothek Bern. Foto: Wikipedia
Conclusie
Religieuze vraagstukken spelen tegenwoordig geen politieke rol van betekenis meer. Ook de viertaligheid en in het bijzonder de Röstigraben zijn politiek van ondergeschikt belang.
De kantons van de Sonderbund hebben hun identiteit en grotendeels hun soevereiniteit behouden en hebben zich ook economisch innovatief en veelzijdig ontwikkeld.
Ze profiteerden van de liberale geest van de Grondwet, de economische modernisering, de industriële opleving, het toerisme, de ontwikkeling van het spoorwegen- en wegennet, de oprichting van Europa’s beste universiteiten (ETH Zürich en de ETH in Lausanne (EPFL), de sociale wetgeving en mede daardoor de steeds hogere welvaart.
Conflicten en belangentegenstellingen zijn er nog steeds, maar minder tussen de kantons, maar in de kantons. Vooral de ‘Stadt-Landgraben’, stedeling versus platteland’ en oud tegen jong springen hierbij in het oog.
De recente keuze voor een Franstalige minister (Bundesrätin/Conseillère fédérale) uit kanton Jura in plaats van een Duitstalige vertegenwoordigster van kanton Basel-Stadt in de regering (Bundesrat/Conseil fédéral) of een meerderheid (vier Frans-Italiaanstaligen en drie Duitstaligen) in de regering is van minder belang dan de ondervertegenwoordiging van de grote steden.
De Sonderbundsoorlog was een burgeroorlog zonder de traumatische lange termijngevolgen van dit soort conflicten. Dat is een verdienste en karakteristiek van het land, zijn politieke systeem, zijn inwoners en bestuurders met een hoofdrol voor de cartograaf, humanist, geograaf, politicus, ingenieur en militair Guillaume Henri Dufour.
(Bron en verdere informatie: J. Jung, Einigkeit, Freiheit, Menschlichkeit. Guillaume Henri Dufour als General, Ingenieur, Kartograf und Politiker, Zürich, 2022); P. du Bois, La guerre du Sonderbund, (Neuchâtel 2020); Historisches Lexicon der Schweiz, Der Sonderbund).