Die Schlachtkapelle, , gemälde. Sempach. Foto/Photo: TES.

Habsburg, de Eidgenossen en de Ewige Richtung

In de late Middeleeuwen vielen grote delen van Centraal-Zwitserland en het huidige kanton Luzern formeel nog onder het bewind van Habsburg. Hertog Leopold III. (1351-1386) wilde meer greep krijgen op deze gebieden na de oprichting van de Eidgenossenschaft en de verloren oorlog in 1315 (Morgarten). De steden en boerengemeenschappen handelden onafhankelijk en niet in het belang van Habsburg.

Luzern, Zürich, Schwyz, (Unterwalden (Obwalden, Nidwalden) en Glarus voerden zelfs plundertochten tegen bezittingen van Habsburg. Leopold III marcheerde in 1386 naar Luzern.

Op 9 juli kwam het tot een veldslag bij Sempach (kanton Luzern). Over het verloop van de slag is weinig bekend, alleen de dood en nederlaag van Leopold staan vast. De Habsburgers leden een tweede grote nederlaag op 9 april 1388 bij Näfels (kanton Glarus).

De overwinning van de Eidgenossen bij Sempach versterkte hun positie, maar betekende niet het einde van de Habsburgse zeggenschap in deze regio. In 1415 maakten de Eidgenossen gebruik van de zwakte van de Habsburgers en veroverden  Aargau, en in 1460 Thurgau.

Habsburg deed in 1474 afstand van deze gebieden in “die Ewige Richtung“. In 1499 maakte de Swabische Oorlog (Schwabenkrieg) een definitief einde aan de Habsburgse heerschappij in Zwitserland (met uitzondering van enkele abdijen en gebieden, onder andere Unterengadin en het Munstertal (1652), het Fricktal (1803), Tarasp (1803) en Rhäzuns (1819).

De muurschildering in de kapel bij Sempach wordt toegeschreven aan de schilder Hans Ulrich Wägman (1583-1648). Het is geschilderd tijdens de wederopbouw van de kapel in 1638-1641.

Het schilderij toont links de Eidgenossen, in het midden de held Winkelried, voor hem de gesneuvelde hertog Leopold III. Uiterst rechts zijn vluchtende ridders te zien, links op het schilderij staan soldaten van de Eidgenossenschaft.

(Bron: D. Speck, Kleine Geschichte Vorderösterreichs, Leinfelden-Echterdingen, 2015)