De Rijn, Bazel en Rotterdam
27 april 2021
De bron van de Rijn ligt in het Gotthardmassief in de Zwitserse Alpen. Van daaruit begint de rivier aan zijn 1250 kilometer lange tocht naar Rotterdam in Nederland. De rivier is bevaarbaar vanaf Bazel tot aan de Noordzee (850 kilometer).
De rivier heeft een belangrijke industriële functie, is een verkeersader en is onmisbaar voor de drinkwatervoorziening. Tegenwoordig is de Rijn ook een grens tussen landen, wat hij tot 1815 niet was.
Bazel ligt op het punt waar de Hoog-Rijn (Hochrhein) naar boven buigt en overgaat in de Boven-Rijn (Oberrhein).
De Bovenrijn
De rivier heeft altijd het leven van de stad bepaald. Het was een verdedigingslinie, zoals de Romeinen (de Limes) en daarvoor de Kelten die kenden (de murus gallus op de Münsterheuvel).
In de vijfde eeuw vestigde de bisschop van Augusta Raurica (nu Augst, kanton Basel-Landschaft) zich op de heuvel aan de Rijn.
In de Romeinse tijd was de rivier al een belangrijke scheepvaartroute. In de Middeleeuwen reisden kooplieden, pelgrims, diplomaten, koningen, keizers, bisschoppen en andere hoogwaardigheidsbekleders bij voorkeur per boot. De reis over land was gevaarlijker en minder comfortabel.
Boomstammen dreven als houten vlotten naar Bazel of verder stroomafwaarts en stenen bouwmaterialen werden altijd over water vervoerd.
Eeuwenlang kon de Rijn zonder ingrijpen van de mens zijn loop vervolgen, vanaf de bron via de indrukwekkende waterval (Rheinfall) bij Neuhausen (Schaffhausen) en door de stad Bazel.
De rivier was een economische zegen, maar soms ook een groot gevaar door overstromingen. Kanalisatie, sluizen en andere menselijke ingrepen hebben het karakter van de Rijn sinds de 19e eeuw echter veranderd.
Tegenwoordig is de Rijn een rustige, grotendeels gekanaliseerde rivier, die zich in zijn eigen tempo een weg baant door en langs natuurgebieden, havens, industrie, steden en dorpen, kastelen, kathedralen, landbouwgebieden, sluizen en honderden bruggen, waaronder de zes bruggen van Bazel.
De Rijn die door Bazel stroomt is niet dezelfde Rijn van tweeduizend jaar geleden. De route, functie en perceptie zijn veranderd. De beroepsvisserij is ook bijna verdwenen, net als de zalm.
Het project “Lachs 2020” heeft tot doel de zalm te herintroduceren, onder meer door de aanleg van vistrappen, die nu in Bazel zijn gerealiseerd.
Tegenwoordig is de rivier ook een plaats voor vrijetijdsbesteding, sport (zwemmen, roeien, kanoën, varen), wandelingen langs de oevers en bovenal is de rivier niet langer een gevaar.
Als het krimpen van de gletsjers in het huidige tempo doorgaat, kan de Rijn over 100 jaar zelfs een middelgrote beek zijn geworden.