Kanton Luzern

Na en voor de Romeinse tijd (15 v. Chr-410 n. Chr) was de omgeving van Luzern al bewoond door Keltische stammen. Deze romaniseerden in enkele generaties tot wat tegenwoordig de Gallo-Romeinse cultuur heet.

Na het vertrek van de Romeinen vestigden zich steeds meer Duitstalige Alemannen in dit gebied.  De stichting van het klooster monasterium luciara was het begin van de stad.

Monasterium luciara

Dit klooster speelde ten tijde van Koning Pepijn (714-768) een belangrijke economische rol. Rond 1200 was de kloosterplaats uitgegroeid tot een ommuurde middelgrote stad die met Bern, Freiburg, Bazel, Solothurn en Zürich kon wedijveren.

Als deel van het Heilige Roomse Rijk verwierf de stad onder de Habsburgse Koning Rudolf I (1218-1291) vergaande autonomie en privileges.

Habsburg

Het ging Luzern onder de Habsburgse heersers economisch voor de wind en de opening van de Gotthardpas rond 1230 speelde hierin een belangrijke rol.

Er ontstond een directe verbinding tussen de steden in de Italiaanse Povlakte en Lombardije en de Rijndelta. Luzern werd een knooppunt in de noord-zuid handel, bijvoorbeeld haring uit Holland, zout uit Tirol, zijde uit het Verre-Oosten, wijn uit Italië en vlees en kaas uit Luzern.

Eidgenossenschaft

In politiek opzicht werd Luzern geconfronteerd met de nabijgelegen tegen de Habsburgse heerschappij rebellerende kantons Uri, Unterwalden en Schwyz.

Luzern was aanvankelijk loyaal aan Habsburg, maar in 1332 sloot de stad zich aan bij de Eidgenossenschaft, zonder overigens formeel te breken met Habsburg.

Bovendien vormde de statenbond Konstanz een permanente militaire dreiging. Deze statenbond bestond uit enkele Zwitserse steden, waaronder Zürich, en 51 Swabische en Bovenrijnse steden en was gericht tegen de Habsburgse expansie.

Luzern profiteerde van de nederlaag van Habsburg in 1386 bij Sempach en kreeg steeds meer territorium. In 1415 was de stad feitelijk zelfstandig toen de Duits-Roomse Koning Sigismund (1368-1437)  “Reichsunmittelbarkeit”, verleende.

Op deze wijze kreeg de Duitse Koning de steun van Luzern tegen de Habsburger Frederik IV (1382-1439). Dit betekende tevens het einde van de relaties met Habsburg.

Hertog van Bourgondië

Het Verdrag tussen Habsburg en de Eidgenossenschaft in 1474, de zogenaamde ‘Ewige Richtung’ formaliseerde en normaliseerde deze betrekking weer.

De Hertog van Bourgondië vormde op dat moment de acute bedreiging voor de Eidgenossenschaft. Luzern vocht mee aan de kant van de Eidgenossen in de Bourgondische oorlogen (1474-1477).

 Katholiek

Luzern maakte in alle hevigheid de reformatie van de eerste helft en de Contrareformatie vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw mee.

Luzern bleef katholiek. De Jezuïeten, de Contrareformatie en de Barok traden na het Concilie van Trente (1545-1563) op de voorgrond. Luzern werd een conservatief katholiek bolwerk.

De stad was een republiek die werd bestuurd door een oligarchie van regenten. Van directe democratie was nog geen sprake. In de zeventiende en achttiende eeuw waren er vergeefse boeren opstanden en hervormingsbewegingen van (liberale) burgers.

1798-1848

Op 31 januari 1798 moesten de regenten echter buigen voor de Franse militaire dreiging en de door de Franse revolutie  geïnspireerde burgers. Een soort Bataafse revolutie, zoals Nederland die in 1795 had meegemaakt.

De Franse inval en centralisatie leidden van 1798 tot 1803 tot de eenheidsstaat Helvetische Republiek.

De kantons, ook Luzern, werden opgeheven, en in departementen en gemeentes opgedeeld, volgens het Franse model. De Franse centralisatiepolitiek stuitte echter op hevig verzet van kantons, steden en Orte die al eeuwenlang zelfbestuur en verkiezingen op lokaal niveau kenden.

Deze republiek werd in 1803 opgeheven en maakte plaats voor het model van de confederatie (1803-1813) met gelijkberechtigde kantons (de Mediationsakte). Na de Franse bezetting ontstond de Confederatie van 22 kantons in 1815.

De Sarnerbund en Sonderbundskrieg

De toetreding in 1815 van de Franstalige en protestantse kantons Neuchâtel en Genève ging niet van harte voor Luzern. Het nieuwe (tweetalige) kanton Wallis was grotendeels katholiek.

In de jaren 1832 verbonden de katholieke kantons zich in de Sarnerbond. De situatie escaleerde in 1845 toen Luzern, Uri, Schwyz Nidwalden, Obwalden, Freiburg, Wallis en Zug de zogenaamde Sonderbund sloten tegen de andere (protestante) kantons van de confederatie.

Het leidde tot de Sonderbundskrieg van 1847. Na enkele militaire schermutselingen delfde deze Bond echter het onderspit.

Ook de staatkundige opzet van het land speelde een rol: soevereine kantons of een federatie met bevoegdheden voor de centrale overheid. Het is de kiem voor de discussie die Zwitserland ook nu nog bezighoudt: de relatie federale overheid (Bund), kantons en gemeentes.

De grondwet van 1848 was het directe resultaat van deze laatste militaire confrontatie op Zwitsers grondgebied. Deze Grondwet is nog steeds de grondslag van het huidige Zwitserland.

(Bron: B. Schumacher, Kleine Geschichte der Stadt Luzern, Baden, 2015).