Postkarte an Alice Frank in Basel 4. 7.1942. Repro ©Anne Frank Fonds,.Basel. Ausstellung 'Anne Frank und die Schweiz', Landesmuseum Zürich. Foto/Photo: TES.

Een laatste groet uit Amsterdam

In deze rubriek staat het laatste levensteken van de familie Frank aan de buitenwereld. Otto Frank (1889-1980) schreef op 4 juli 1942 aan zijn moeder Alice Frank-Stern (1865-1953) en zijn zuster Helene Frank (1893-1986) in Bazel: Seid doch in keinem Fall beunruhigt, wenn Ihr wenig von uns hört. Niemand zag de familie Frank daarna nog in het openbaar. Het bericht is tachtig jaar oud, maar nog steeds actueel. Op 6 juli dook de familie onder.

De familie Frank

Het echtpaar Otto en Edith Frank-Elias (1903-1945)  en hun twee kinderen Margot Betti (1926-1945) en Anne(lies) Marie Frank (1929-1945) woonden sinds 1933 in Amsterdam. Twee broers van Otto, Robert (1886-1953) en Herbert (1891-1987), woonden al vanaf 1929 in Bazel. Zij hadden daar een filiaal van het bedrijf Opekta (Obstpektin aus dem Apfel) voor het bereiden van confituren opgericht.

Opekta en het Merwedeplein in Amsterdam, waar de Familie Frank vanaf eind  1933 tot 6 juli 1942 woonde. Foto: TES. Tentoonstelling Anne Frank und die Schweiz. Nationalmuseum Zürich

Otto was groot geworden in een welgesteld gezin in Frankfurt am Main. Niets wees er in 1914 op dat hij negentien jaar later zijn Heimat zou moeten verlaten. Hij en zijn broers Robert en Herbert hadden het vaderland dapper verdedigd in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Het waren gedecoreerde oorlogshelden.

Na een economisch relatief voorspoedige tijd in de Weimar Republiek in de jaren 1925-1929, maakte de crash op Wall Street een einde aan de bank van Michael Frank (1851-1909), de vader van Otto. De crash betekende tevens het begin van de greep naar de macht van de Nazi-partij. Na 30 januari 1933 voorzag Otto wat komen ging. Otto koos voor Amsterdam om in Nederland een filiaal te beginnen van het bedrijf Opekta. Een fatale keus, maar dat kon in 1933 nog niemand weten.

Nederland en Zwitserland

Margot en Anne integreerden snel en spraken binnen de kortste keren accentloos Nederlands. Margot tenniste, roeide en speelde muziekinstrumenten, Anne hield het bij muziek en goede schoolresultaten.

De winter- en zomervakanties werden doorgebracht in Sils-Maria (Oberengadin, Kanton Graubünden) of Adelboden (Kanton Bern). Vanaf 1938 probeerde Otto tevergeefs een visum te krijgen voor Cuba of Amerika. Zijn verzoeken werden niet gehonoreerd. Op 15 mei 1940 capituleerde Nederland en begon de Jodenvervolging.

Margot kreeg begin juli 1942 de oproep zich voor transport te melden. Otto besefte dat het tijd was onder te duiken. Iedereen wist van hun intensieve contacten in en met Bazel en Zwitserland. Otto deed ook voorkomen aan de buitenwereld alsof hij naar Zwitserland vluchtte.  De andere onderduikers waren Hermann van Pels (1898-1944), diens vrouw Auguste van Pels (1900-1945), hun zoon Peter van Pels (1926-1945) en Fritz Pfeffer (1889-1944).

Tentoonstelling Anne Frank und die Schweiz. Nationalmuseum Zürich

Het Achterhuis

Alleen een klein groepje helpers, werknemers van zijn bedrijf en hun aanverwanten, kenden de echte bestemming: zijn bedrijf op de Prinsengracht 263 in Amsterdam.  Deze helden waren: Miep Gies (1909-2010) en Jan Gies (1905-1993), Victor Kugler (1900-1981), Johannes Kleiman (1896-1953), Johan Voskuijl (1892-1945) en diens dochter Bep Voskuijl (1919-1983).

Tentoonstelling Anne Frank und die Schweiz. Nationalmuseum Zürich

Anne kreeg in 1942 een dagboek cadeau en begon er in te schrijven. Een radio-uitzending van radio Oranje op de BBC in 1944 inspireerde haar tot een andere opzet. Zij redigeerde het dagboek opnieuw als een literaire getuigenis van en in de oorlog. Sindsdien bestaan er twee versies van het dagboek. De eerste versie heeft meer persoonlijke aantekeningen, de tweede versie is eerder voor de buitenwereld bestemd. Anne schreef haar laatste bijdrage op  1 augustus 1944 na de vele hoopvolle dagen na 6 juni 1944 en D-Day.

Het dagboek

Tentoonstelling Anne Frank und die Schweiz. Nationalmuseum Zürich

Alleen Otto overleefde de oorlog. Miep Gies overhandigde hem bij zijn terugkeer in Amsterdam het dagboek. Pas maanden na de oorlog kreeg hij bericht dat zijn beide dochters en vrouw het niet hadden overleefd. Daarna ging hij ging hij bij zijn zuster in Bazel wonen.

Na lang wikken en wegen, lezen en herlezen, besloot hij het dagboek in 1950 bij een Nederlandse uitgever te publiceren. Het succes was matig. Slechts weinigen waren toen in Nederland geïnteresseerd In het droeve lot van Anne en de Joden in het algemeen. Men wilde de oorlog vergeten en vooruit kijken.

In 1952 verscheen de Duitse uitgave. De doorbraak kwam echter met de Amerikaanse editie en de bewerking voor een toneelstuk in 1955 en een film in 1959. Hoewel of omdat het script voor het toneel en de film een vrije bewerking van het dagboek waren, waren Anne en haar dagboek op slag wereldberoemd.

Daarmee begon niet alleen de reeks vertalingen (ruim 80 talen tegenwoordig) en edities, maar ook de ontkenners van de authenticiteit van het dagboek. Otto liet niets aan het toeval over en liet de authenticiteit door experts (handschrift, taalgebruik et cetera) bevestigen.

In 1963 richtte Otto het Anne Frank Fonds (www.anne-frank.ch) in Bazel op. Deze NGO wordt vanaf 1980 tot heden door anderen voortgezet.

Anne is in de jaren dertig vaak in Zwitserland geweest, op bezoek bij haar ooms en tantes in Bazel en op winter- en zomersport. Het Anne Frank Fonds in Bazel kon ze uiteraard niet voorzien en wellicht zou ze Zwitserland ook geen gelukkige keus hebben gevonden, maar welk Europees land wel ?

Neutraliteit

De Zwitserse overheid erkende Joden niet als politieke vluchtelingen en ongeveer 25 000 mannen, vrouwen en kinderen zijn teruggestuurd aan de grens, een zekere dood tegemoet. Dat ongeveer hetzelfde aantal wel mocht blijven doet daaraan niets af. Het is een zwarte bladzijde in het land van het Rode Kruis en de humanitaire hulp.

Wel zijn er verzachtende omstandigheden. De agressieve en meedogenloze dictators konden ieder moment binnenvallen, er was in Zwitserland veel armoede en werkloosheid, alle democratieën sloten hun grenzen voor Joden aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, de antisemitische tijdsgeest, ook in Amerika, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk en veel minder informatie en buitenlandse ervaring dan tegenwoordig.

Er waren bovendien (politie) ambtenaren, burgers, mannen, vrouwen en kinderen die Joodse vluchtelingen wél doorlieten en onderdak gaven. De publieke opinie was het ook niet eens met het beleid van de politici, maar er was perscensuur vanwege de noodtoestand en weinig kwam in de openbaarheid.

Angst voor dictators was ook toen al een slechte raadgever. Een actuele les. Ook het krampachtig vasthouden aan een in 1815 tussen de grootmachten van destijds vastgelegde neutraliteit is niet overtuigend. Deze grootmachten hadden vooral hun eigen belang op het oog.

Deze neutraliteit betekende vooral dat grootmachten de soevereiniteit van het land moesten respecteren, niet dat Zwitserland onder alle omstandigheden ‘neutraal’ moest zijn en blijven, wat ze na 1948  bovendien al niet meer was.

Conclusie

Ook Zwitserland heeft zijn oorlogsverleden en vanaf 1990 is dit onderwerp van veel debat en publicaties. Oordelen achteraf met de kennis van nu is makkelijk. Men wilde en kon Duitsland niet te veel bruuskeren.

Het was pappen en nathouden, compromissen sluiten, toegeven aan de ene kant, maar wel een sterke verdediging (het reduite in de Alpen) opbouwen aan de andere kant. In geval van een Duitse invasie stond de uitkomst vast, maar de kosten moesten zo hoog zijn voor de agressor, dat ze niet opwogen tegen de baten van een neutraal land.

De discussie is nog gaande. Zwitserland onderscheidde zich echter niet wezenlijk van andere neutrale landen, zoals Zweden, of overheid, burgers en industrieën in bezette gebieden.

De huidige tentoonstelling in het nationale museum (Landesmuseum) in Zürich heeft als thema ‘Anne Frank und die Schweiz’ (9 juni tot 6 november 2022).

De kastanjeboom (inmiddels geveld). Tentoonstelling Anne Frank und die Schweiz. Nationalmuseum Zürich