De Rhaetische Alpenpassen
22 maart 2019
De Rhaetische Alpenpassen speelden hun historische rol vanaf de Romeinse tijd en de middeleeuwen tot ver in de 19e eeuw. Sinds de aanleg van tunnels, zoals de Vereina-tunnel, en het begin van het spoorwegtijdperk en het autoverkeer, hebben ze hun vroegere betekenis verloren.
Het grondgebied van deze passen valt samen met het huidige kanton Graubünden en het St. Gallen Rijndal, Liechtenstein, Vorarlberg, het district Landeck, de Vinschgau, Bormio, delen van de Veltins, het Urserendal en het Sarganserland.
Tegenwoordig zijn er 33 passen in dit gebied: Albula, Aprica, Arlberg, Bernhardin, Bernina, Chaschauna, Crispalt/Oberalp, Flüela, Fraele, Fuorn/Ofen, Julier, Krüzli, Kunkels, Lembra/Kisten, Lenzerheide, Livigno, Lukmanier, Lunghin, Majola, Muretto, Reschen, Saint-Luzisteig, San Marco, Scaletta, Schlappin, Segnes, Septimer, Splügen, Strela, Valserberg, Umbrail, Veptga/Panixer en Wolfgang.
De Splügenpas en de Septimerpas behoren tot de vroegste passen die in Romeinse literaire en historische bronnen te vinden zijn. De Bernhardin, de Julier, de Albula, de Ofen, de Reschen en andere passen komen pas voor in documenten uit de Middeleeuwen aan het einde van de dertiende, begin veertiende eeuw.
Het is echter een feit dat de Karolingische kloosters (c. 770-c. 843) langs de wegen van passen zijn gesticht. Het best bewaarde voorbeeld is nog steeds St. John in Müstair, opgericht na de campagne tegen de Longobarden in Noord-Italië rond 774.
Hospices waren aanvankelijk eenvoudige herbergen aan de voet van de passen. Ze worden pas sinds de 11e eeuw genoemd in documenten en werden gebouwd en beheerd door kerkelijke instellingen met als doel het geven van voedsel, onderdak, verzorging, hulp, voedsel en een stal.
Op de pashoogte zelf worden de eerste hospices pas sinds de 12e eeuw genoemd en tegen die tijd zijn het grote instituten geworden, die steeds verder werden uitgebouwd (Septimer, Lukmanier).
Het traditionele transportsysteem (het muilezelverkeer) duurde tot het begin van de 19e eeuw. Napoleon creëerde ook een nieuw tijdperk op dit gebied. Hij heeft de weg gemoderniseerd en passen voor zwaarder verkeer (lees kanonnen, soldaten en hun bevoorrading) geschikt gemaakt.
De passen en hun historische, economische en culturele betekenis bepalen nog steeds het beeld en identiteit van deze regio. (Bron: M. Bundi, Cr. Collenberg, Rätische Alpenpässe, Chur 2016).