Domus Romana, Augusta Raurica/Augst Photo: TES

Augusta Raurica en de Domus Romana

Augusta Raurica (tegenwoordig Augst, kanton Basel-Landschaft) lag op het kruispunt van handels- en transportroutes, van Italië naar het noorden van Gallië naar de Donau.

De stad werd gesticht als Romeinse kolonie in 44 voor Christus, een van de vroegste kolonies aan de Rijn op deze strategisch belangrijke locatie. Augusta Raurica is een van de best bewaarde en gedocumenteerde Romeinse steden ten noorden van de Alpen.

De stad ontwikkelde zich tot een regionaal centrum van handel, industrie en bestuur met ongeveer 15.000 inwoners in de tweede eeuw. Vanaf de tweede helft van de derde eeuw raakt de stad in verval door invasies van Duitse stammen.

Augusta Raurica omstreeks 117 n. Chr. Afbeelding: Museum Augusta Raurica 

Het Romeinse huis in Augusta Raurica, geopend in 1955, stond model voor latere reconstructies van Romeinse huizen in heel Europa.

Het staat op de fundamenten van opgegraven gebouwen, maar de plattegrond komt niet overeen met deze gebouwen, maar geeft veeleer de grootte en de indeling van de kamers van een voornaam woonhuis weer. Dergelijke stadsvilla’s stonden langs straten die in een grid- of  dambordpatroon waren gerangschikt.

Alles wat bekend was van de originele vondsten uit Augusta Raurica werd gereconstrueerd aan de hand van deze vondsten. De rest was gemodelleerd naar andere plaatsen sites, vooral Herculaneum en Pompeii vlakbij Rome. De kamers werden geschilderd op basis van recent onderzoek en sommige werden ingericht met nieuw meubilair.

Het grote stedelijke woonhuis of domus moest open zijn, zodat voor iedereen zichtbaar was wat zich daarbinnen afspeelde. Daarom stond de toegangsdeur meestal open. De ingang van het huis werd vanaf de straat betreden via een gang die naar de binnenplaats leidt.

In principe was het huis toegankelijk voor naaste verwanten, vrienden, slaven en klanten in termen van patronageverbanden en klandizie. De status van de eigenaar en zijn woonruimte moesten met elkaar overeenstemmen.

De elite was verplicht zich te representeren (euergetisme of weldaden), met luxueuze ontvangstzalen, ruime binnenplaatsen, tuinen, schilderijengalerijen en bibliotheken. Zuinigheid werd niet op prijs gesteld.

Het huis in Augusta Raurica heeft een eenvoudig ensemble van kamers in vergelijking met de aristocratische stadsvilla’s in Romeinse metropolen. Augusta Raurica was echter een provinciestad en het huis komt overeen met het huis van de lokale elite.

De privé-vertrekken zijn gegroepeerd rond een lommerrijke binnenplaats (peristylium), omgeven door zuilen, die vaak met stenen platen waren bedekt. Het rood van de muren van de privévertrekken was destijds de favoriete kleur. Het heiligdom van het huis bevindt zich naast de ingang bij de keuken. Er waren villa’s met een grote of kleine tuin (hortus).

De keukenuitrusting omvatte een handmolen voor meel, raspsleutels, vaten en een fornuis. Slechts zeer weinig huizen hadden privé-toiletten, de meeste mensen waren aangewezen op openbare toiletten.

In dit huis waren er echter aparte privé-toiletten en toiletten voor de bedienden in de keuken, omdat het afvalwater daar ook kon worden geloosd.

De gastheer vermaakte zijn gasten met muziekuitvoeringen, diners, drankgelagen en ander plezier. De woon- en eetkamer waren dan ook ingericht als banket- en representatiezaal. De vloer was altijd versierd met mozaïek. De muren waren ook  beschilderd. De kamer is ingericht met banken, fauteuils en een ronde stenen tafel waaraan de maaltijden liggend werden genoten.

Alleen adellijke huizen hadden een eigen badkamer (balneum). De badruimte bestond uit verschillende ruimten met verschillende temperaturen en vereiste een uitgebreide installatie. In de uitkleedruimte (apodyterium) staan banken en de garderobe, eerst ging men in de warme badruimte (tepidarium), daarna in het warme bad (caldarium) en in het koude bad (frigidarium) koelde men zich af.

(Bron en verdere informatie: B. Rütti, C. Aitken, Domus Romana, Augst 2001; www.augusta-raurica.ch).