Cathedral of Chur. Photo: www.kath.ch

Christendom in Zwitserland

Aan het begin van de 5e eeuw en gedurende de gehele 6e eeuw had het christendom in Zwitserland wortel geschoten. De oudste kerken van St. Maurice, Chur en Genève dateren uit de 4e eeuw.

De abdij van St. Maurice werd in 516 gesticht. Christelijke gemeenten bestonden in de vijfde eeuw in Romainmôtier, Nyon, Yverdon, Avenches, Windisch, Augst, Bazel, en Martigny. De abdijen van Moutier-Grandval en St. Ursanne werden rond 630 gesticht.

Op het platteland duurde het wat langer. De meeste kerken werden aan het eind van de 6e en het begin van de 7e eeuw gesticht. De bisdommen breidden zich geleidelijk uit over het platteland.

Het christendom was al in de 5e eeuw stevig geworteld in Raetia (een regio die zich uitstrekte over het huidige kanton Graubünden tot aan de Bodensee). De bisschoppen van Chur werden voor het eerst genoemd in 451. Rond 600 werd een bisdom gesticht in Konstanz in het hertogdom van de Alemannen. Dit bisdom heeft altijd grote invloed gehad in Graubunden.

Raetië bleef lange tijd onafhankelijk, maar de Karolingers kregen steeds meer de overhand in de achtste eeuw. De Victoriden-dynastie, die sinds 550 over Raetia heerste, stierf rond 775 uit en Karel de Grote benoemde Karolinigische graven tot heersers in Raetia. De Karolingers stichtten kloosters in Reichenau, Pfäfers en Disentis en benoemden bisschoppen in Konstanz en Chur en abten in de kloosters.

Zij beheersten de passen en wegen naar Lombardije. De Karolingische heersers en vanaf 962 de Duitse koningen en later de Habsburgse keizers hadden eeuwenlang grote invloed in deze regio. De overdracht van Tarasp (1803) en Rähzüns (1819) aan het kanton Graubünden maakte definitief een einde aan hun aanwezigheid.